‘De ambitie van het kabinet is het bestrijden van kansenongelijkheid in het onderwijs en het stimuleren van talent. Het kabinet erkent met zijn extra investering in de voorschool het belang van peutervoorzieningen. Wij juichen dat toe, maar de keuze om alleen te investeren in peuters met een achterstand is niet genoeg!’, stellen zij in hun brief aan het ministerie van OCW (onderwijs). Eerder lieten de Brancheorganisaties al weten dat alle peuters recht hebben op minimaal 16 uur voorschoolse educatie, niet alleen de doelgroeppeuters.
Integrale voorziening
Brancheorganisatie Kinderopvang, Brancheorganisatie Maatschappelijke Kinderopvang, de Belangenvereniging van Ouders in de Kinderopvang, Vereniging van Nederlandse Gemeenten, de PO-raad en Sociaal Werk Nederland komen met een model voor een integrale voorziening voor álle peuters, in álle gemeenten. ‘Het door ons uitgewerkte model gaat uit van reële kosten van kwalitatief hoogwaardige voorschoolse voorzieningen. Tegelijkertijd voorkomen we met dit model de nadelige financiële consequenties van de herverdeling van de GOAB middelen.’
Model
In de brief wordt de kern van het ‘peutermodel’ beschreven:
- Het toegangsrecht voor peuters is mogelijk wanneer bestaande beschikbare financiële middelen op een slimme manier worden ingezet.
- In ons model vallen alle peuters voor de 16 uur van het toegangsrecht onder de wet kinderopvang.
- Er blijft een ouderbijdrage bestaan. Deze is vergelijkbaar met de huidige ouderbijdrage in de kinderopvang.
- Om de toegankelijkheid ook voor de laagste inkomens en mensen met schulden te garanderen, krijgen gemeenten de mogelijkheid om voor deze groepen de ouderbijdrage (deels) te vergoeden. Wettelijk kunnen gemeenten nu al voor bepaalde groepen de ouderbijdrage vergoeden. Hieraan willen we lage inkomens en ouders met schulden toevoegen. Dat betalen we uit de € 60 miljoen die het vorige kabinet heeft vrijgemaakt voor groepen die nog niet naar een peutervoorziening gingen.
- De kwaliteitseisen voor de peutervoorziening moeten bijdragen aan de ontwikkeling van kinderen en minimaal gelijk zijn aan de huidige eisen van de voorschoolse educatie. Ministeries, gemeenten, sector en opleidingen ontwikkelen gezamenlijk de vereiste kwaliteit en het tempo van invoering.
- De extra kosten voor deze kwaliteit financieren we uit een deel van de huidige middelen voor het onderwijsachterstandenbeleid en uit de € 170 miljoen die in het regeerakkoord is opgenomen voor intensivering van de voorschoolse educatie.
Gelijke kansen
De partijen hopen met dit model onder meer te bewerkstelligen dat alle kinderen gelijke kansen krijgen, dat er een einde komt aan de segregerende werking van de huidige voorzieningen en het stimuleren van (arbeids)participatie van de ouders.
Het Algemeen Overleg dat op 14 februari over de brief van Arie Slob zou plaatshebben is verplaatst naar een nog onbekend tijdstip. De Kamerleden zullen eerst aanvullende schriftelijke vragen stellen. De partijen doen een dringend beroep op de commissie om de minister te adviseren de mogelijkheden van dit model samen met alle betrokken uitvoeringspartijen verder in kaart te brengen.
Lees hier de brief van de partijen aan het ministerie van OCW >>>
Marijke Vos (SWN): ‘Als je tot je laat doordringen wat de mooie woorden over investeren in onderwijskansen wérkelijk voorstellen? Dan zie je een duivels dilemma: kaalslag in grote gemeenten of niets extra’s voor de kleinere. Terwijl natuurlijk álle peuters in Nederland recht hebben op goede pedagogische ondersteuning, het wegwerken van taalachterstanden en het vergroten van hun kansen in het onderwijs.’ Lees meer